Erfgoed Vernieuwing

Enkele achtergronden en beleidsaanbevelingen voor culturele instellingen en organisaties

 

 

1. Inleiding

Ontwerp van het project

Specially Unknown is een tweejarig oral history project dat zich richt op de bijdrage van vluchtelingen aan de ontwikkeling van vier Europese steden (Antwerpen, Bochum, Parijs en Turijn). Het project heeft twee hoofdtrajecten: het verzamelen, opnemen en toegankelijk maken van 140 levensverhalen van vluchtelingen en het maken van artistieke publieke presentaties om de inhoud van het project aan een breed publiek te tonen. In vier stedelijke stuurgroepen maken vertegenwoordigers van de musea, archieven en andere erfgoedorganisaties samen met vluchtelingen de belangrijkste keuzes voor de uitvoering van het project.

 

Motivatie en doel

Stichting BMP en de andere partners in het project richten zich met dit oral history project op de relatie tussen vluchtelingen, de stad en de erfgoedinstellingen (musea en archieven) van de stad. Het project wil bijdragen aan de vertegenwoordiging van deze groep in het erfgoed van de vier grote steden. Dit zijn verschillende gemeenschappen die al tientallen jaren in de stad wonen, maar waarvan het erfgoed nauwelijks te vinden is in het stadsarchief of het stadsmuseum. Hoe zijn ze ontvangen, hoe hebben ze de stad ervaren, hoe is hun identiteit gevormd in interactie met de stad? De verhalen van vluchtelingen maken deel uit van de verhalen van de stad waar ze wonen. Met de methodiek van de mondelinge geschiedenis kunnen verhalen die niet verteld zijn, getraceerd worden en leiden tot bronmateriaal dat gebruikt kan worden door archieven en (toekomstige) onderzoekers.

Het bronmateriaal wordt aangeboden aan archieven in de vier steden en wordt gestreamd en toegankelijk gemaakt voor verder onderzoek via de Data Archiving and Networked Services (DANS) van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Ze zijn ook te vinden op de website van het project: www.speciallyunknown.eu Daarnaast zal het verzamelde materiaal (inhoud, beelden en thema’s) worden gebruikt voor het maken van tentoonstellingen en andere publieke presentaties door mensen uit verschillende vluchtelingengemeenschappen, in samenwerking met kunstenaars. Het doel van dit project was om vluchtelingen en andere stadsgemeenschappen aan te moedigen om de mondelinge geschiedenis te gebruiken als een methode om hun eigen erfgoed vast te leggen, bij te dragen aan herkenbaar erfgoed en om duurzame relaties tussen erfgoedinstellingen en vluchtelingengemeenschappen op te bouwen.

 

Relevantie voor stadsarchieven en musea

Stadsmusea en -archieven kunnen niet voorbijgaan aan de impact die globaliseringsprocessen hebben op de stad en op hun rol als stedelijke erfgoedinstellingen. De visie van de grote steden is dat er niet langer een meerderheid van de autochtone Nederlanders is. Het tijdperk van de superdiversiteit, waarin andere culturen, andere denkwijzen en andere identiteiten ons ‘zelf’ beïnvloeden, heeft begrippen als identiteit en cultureel erfgoed weer ter discussie gesteld. Tegelijkertijd vervagen de technologische ontwikkelingen de grenzen tussen ‘hier’ en ‘daar’. De vraag is hoe stedelijke musea en archieven zich kunnen verhouden tot de nieuwe dynamiek en diversiteit van de transnationale stad. Zowel de archieven als de musea streven met hun collectiebeleid en -projecten naar representativiteit en herkenbaarheid en streven daarnaar. Hoe kunnen ze alle verschillende waarden, overtuigingen en dagelijkse cultuuruitingen verzamelen en tentoonstellen? Op basis van deze actualiteit vraagt Specially Unknown zich af hoe het Ongekend Bijzonder project kan bijdragen aan representatief, herkenbaar en vernieuwend stedelijk erfgoed.

 

2. Denkkader: Erfgoedinstellingen, plaats en identiteit

 

Sociale context: complexe verbondenheid

Erfgoedinstellingen zijn tolken van nationale of lokale identiteit. Zij worden echter geconfronteerd met een realiteit waarin de identiteit steeds minder eenduidig wordt. Het samenspel van globalisering, mobiliteit en technologische ontwikkelingen maakt dat de samenleving steeds meer onderhevig is aan verandering. De bijna ongebreidelde toegang tot nieuwe plaatsen, kennis en opvattingen heeft de wereld toegankelijker en complexer gemaakt voor mensen tegelijk. Door het gemak van het onderhouden van contact via nieuwe media zijn sociale interactie en relaties steeds minder gebonden aan elkaar. Gebeurtenissen van ver buiten onze eigen omgeving kunnen meer dan ooit onze omgeving en ervaring binnendringen. De complexe onderlinge verbondenheid van mensen met plaatsen over de hele wereld heeft gevolgen voor de relatie tussen plaats en identiteit.

In de toegenomen complexiteit zoeken mensen naar betekenis en verbinding. Opvallend is het optreden van fragmentatie en vloeibaarheid. Mensen verbinden zich steeds vaker tijdelijk met verschillende dingen die voor hen nu belangrijk zijn. Zoals Hans Boutellier het verwoordt in zijn boek “De Improvisatiemaatschappij”: “We staan voor de niet onbelangrijke psychologische taak om ons te identificeren met een veelheid aan rollen, posities en connecties. Waar duidelijke vormen van identiteit ontbreken, moeten we zelf op zoek naar beschutting”. Dat gaat niet voor iedereen goed. Zoals Boutellier zegt, bestaat er een spanning tussen het verlangen naar een eenduidig zelfbeeld en de voortdurend versnipperende krachten van de buitenwereld. Waar kunnen mensen nog wortel schieten? En welke rol kunnen erfgoedinstellingen daarin spelen?

 

Vluchtelingen en meerstemmigheid

Hier komen het thema en de structuur van het project Specially Unknown in relatie tot de problematiek van de erfgoedinstellingen aan bod. Het project kan gezien worden als een case study om de relatie tussen identiteit, plaats en complexe verbondenheid te onderzoeken. Een interessant kader hiervoor is de diasporatheorie uit de sociale en culturele wetenschappen. Het ‘in diaspora’ zijn verwijst in enge zin naar (groepen van) mensen die gedwongen zijn hun geboorteland te verlaten. In tegenstelling tot migranten zijn vluchtelingen meestal niet in staat om terug te keren. De band met het geboorteland blijft bestaan, niet vast in het verleden, maar als basis voor de omgang met de nieuwe setting. In hun leven in het hier en nu dragen vluchtelingen herinneringen en ervaringen uit het verleden met zich mee. Het onderhouden van contact met mensen uit de ‘eigen groep’ is een belangrijke factor bij het ontwikkelen van nieuwe vormen van identiteit en wortels en bij het herscheppen van het verleden in het heden. Het geboorteland is niet zomaar achtergelaten, maar een van de bronnen van beschikbare discoursen in een ‘polyfoon heden’ (Ghorashi, 2004).

 

Diaspora, identiteit en de media

Een belangrijk aspect van diasporagemeenschappen is dat ze gescheiden zijn geraakt van de (gedeelde) plaats als (historische) context voor sociale relaties. In het geval van diaspora vinden sociale interactie en communicatie in grote mate plaats in de virtuele ruimte. Virtuele verbindingen, mogelijk gemaakt door moderne media, zijn zo bepalende elementen geworden voor de vorming van identiteit en gemeenschap. Uitgangspunt in de literatuur is dat het losmaken van de verbinding tussen plaats, gemeenschap en cultuur ruimte biedt voor verbeelding. In de virtuele ruimte die diaspora’s met elkaar verbindt, ontstaan verhalen over plaats, geschiedenis, cultuur en identiteit. Het belang dat aan dit idee wordt gehecht, is dat diaspora’s de gangbare beelden van (nationale) identiteit in vraag stellen.

 

Steden als plaatsen waar de diaspora-identiteit tot uitdrukking wordt gebracht

Het onderzoek naar diaspora-identiteit richt zich meestal op gemeenschappen in steden. Het is de (wereld)stad met haar transnationale karakter waar mensen van verschillende afkomst en visies op de toekomst elkaar ontmoeten en nieuwe gemeenschappen vormen. Zoals socioloog Kevin Robins het mooi verwoordt: De natie die we kunnen zeggen, is een ruimte van identificatie en identiteit, terwijl de stad een existentiële en experimentele ruimte is’. Het is in de dynamiek van de stad, met haar demografische diversiteit, culturele verschillen en heterogeniteit, dat mensen in contact komen met verschillen en waar ze op zoek zijn naar hun eigen representatie. Globaliseringsprocessen gaan gepaard met een verlangen naar erkenning en verbinding met de directe omgeving.

 

Op welke manier kunnen stedelijke erfgoedinstellingen het karakter van de stad interpreteren als ze steeds meer identiteiten van elders vermengen? Wat zijn de bindmiddelen van de identiteit binnen een stad als plaats die steeds meer door de ruimte wordt beïnvloed? Waar begint de interpretatie van identiteit en waar eindigt ze?

 

Vluchtelingen als voorlopers in het ‘diaspora-bewustzijn’

In de kosmopolitische literatuur wordt het begrip diaspora verder uitgediept en wordt het ook geïnterpreteerd als een metafoor voor leven en identiteit in een kosmopolitische tijd. Ook in de hedendaagse kunst wordt veel aandacht besteed aan het ‘diaspora-bewustzijn’, de mentaliteit die nodig is om te kunnen aarden in een omgeving die voortdurend verandert. De redenering achter Specially Unknown is dat vluchtelingen voorlopers zijn in het diaspora-bewustzijn. Vluchtelingen zijn gedwongen hun vaderland te verlaten en kunnen hier meestal niet meer terugkeren. Ze worden gedwongen om op een andere manier betekenis te geven aan het verlangen naar hun wortels.

 

3. De bijdrage van Specially Unknown: relaties met vluchtelingen en erfgoed

Stedelijke erfgoedinstellingen moeten zich tot deze veranderingen verhouden. Ze zoeken naar manieren om rekening te houden met de achtergronden, identiteiten en behoeften van het publiek dat ze willen bereiken en dienen. Vooral Onbekend wil hieraan een bijdrage leveren door nieuw materiaal te creëren, mogelijkheden te bieden voor een gezamenlijke zoektocht en nieuwe vormen van expressie, en (duurzame) nieuwe relaties op te bouwen.

 

Uitvoering van het project in het kort

In de vier stedelijke stuurgroepen van het project Specially Unknown maken vertegenwoordigers van de musea en archieven van de stad, samen met vluchtelingen en andere relevante organisaties, keuzes voor de uitvoering van het project, zoals de selectie van gemeenschappen, relevante onderwerpen voor de interviews en de vormgeving van de eindpresentaties. Tussen oktober 2017 en oktober 2019 werden 140 mondelinge geschiedenisinterviews gehouden door veldwerkers met een vluchtelingenachtergrond. Op basis van deze interviews werden 9 culturele presentaties gehouden. De inhoud van de interviews en de ervaringen met de publieke presentaties leverden input voor deze notitie.

 

Creatieve presentaties in co-creatie

Door de artistieke presentaties worden vluchtelingen uitgedaagd om samen te werken rond het diaspora-thema van ontworteling en aansluiting bij de nieuwe omgeving. De routes boden ruimte voor verschillende (artistieke) manieren om de discussie op gang te brengen. De zoektocht van de vluchtelingen “who are we” verloopt synchroon met de zoektocht van musea en archieven naar hoe ze de actualiteit van de hedendaagse superdiversiteit moeten representeren. De eindpresentaties boden ruimschoots de gelegenheid om beide stromingen samen te brengen. De uitdaging van het project om de superdiversiteit van de stad tastbaar, zichtbaar en herkenbaar te maken met de eindpresentaties in een co-creatie tussen de erfgoedpartners en de vluchtelingengemeenschappen is goed geslaagd. Samen onderzoeken ze de relatie tussen plaats en identiteit in de huidige stedelijke context en komen ze met nieuwe vormen om de vragen die dit oproept in producten en presentaties te concretiseren. Dit proces kan van betekenis zijn voor het erfgoed van de toekomst. De intentie van de betrokken partners om op deze weg verder te gaan en te blijven werken aan presentaties die in co-creatie met vluchtelingen worden gecreëerd, zelfs na afloop van het project, kan als voorbeeld dienen voor andere erfgoed- en culturele instellingen.

 

Beleidsaanbevelingen voor culturele organisaties en instellingen

Op basis van de ervaringen tot nu toe heeft het project Specially Unknown de volgende beleidsaanbevelingen voor culturele organisaties en instellingen opgeleverd:

  • Een kernelement van de ontwikkeling van het stadsbeleid moet zijn: vluchtelingen helpen en motiveren om deel te nemen aan cultuur en samenleving, hun zelfvertrouwen en motivatie om hun talenten en competenties in te zetten vergroten.
  • Wees voorzichtig om geen concurrentie tussen migranten en vluchtelingen te creëren. Zoek manieren om verschillende ervaringen in onze samenlevingen te integreren. Hoe delen we de ruimte die we hebben voor verschillende groepen?
  • Diversiteit creëren: het vermogen om samen te werken met mensen met verschillende achtergronden en ervoor te zorgen dat de verschillende talenten worden erkend.
  • Overwinnen van “toevlucht” (mensen als burgers in plaats van als vluchtelingen beschouwen, waarbij de nadruk ligt op vaardigheden en wat mensen weten en kunnen, en niet op de vluchtelingenstatus);
  • Facilitators/culturele bruggenbouwers zijn nodig voor culturele participatie (mensen die helpen om banden te leggen tussen verschillende groepen, zoals migranten van de tweede generatie/vluchtelingen).
  • Beïnvloeders (mensen met een vluchtelingenachtergrond) zijn nodig voor de posities waarin zij verandering kunnen bewerkstelligen (binnen bestaande instellingen).
  • Vluchtelingen opnemen in de structuur (van de besluitvormings-/beleidsinstellingen) en een gelijke betaling ontvangen;
  • Het mogelijk maken van (het vinden van fondsen voor) vluchtelingen om invloedrijke posities binnen instellingen te krijgen;
  • In alle instellingen een diversiteitsfunctionaris in te stellen, met de taak om “een spiegel vast te houden” en te zorgen voor gelijkheid en diversiteit van personeel, publiek en producties / producten;
  • Co-creatie is niet alleen samenwerken, maar werkt ook aan de principes van gelijkheid in alles, vooral in de besluitvorming gedurende het hele proces;
  • Stop met “voor” te doen en begin met “met” en geef een echte ruimte aan vluchtelingen en mensen uit andere groepen (sommige ideeën kunnen gestolen worden, of hervormd worden door beleidsmakers);
  • Co-creatie vereist ook gelijke betaling/financiering;
  • Voor co-creatie is het essentieel dat iedereen weet dat iedereen een stakeholder is;
  • Integratie is geen co-creatie. Integratie is meestal eenzijdig. Integratie kan co-creatie zijn, als het verwijst naar alle (beide, twee) kanten, als beide partijen zouden moeten integreren, niet slechts één;
  • Verander het verhaal – niet de protagonisten! – van ons westerse systeem door middel van kunst;
  • Gebruik kunst om een nieuwe samenleving, een nieuw verhaal en uiteindelijk een nieuw onderwijssysteem te creëren.